Een zwakke hogedrukgebied boven Europa zorgt voor een zuidwestelijke aanvoer met daarop zachte lucht. Een warmtefront trekt in de loop van de ochtend over ons land en wordt snel vervolgd door een koufront die een einde maakt aan de warmte.
Neerslag
Vanuit het zuidwesten trekt in de ochtend een gebied met regen ons land binnen, maar lost geleidelijk op. In de loop van de middag neemt de kans op regen en onweersbuien toe door de dagelijkse gang. Aandachtspunt gaat uit naar het koufront die in de loop van de namiddag en avond over ons land trekt.
CAPE waardes liggen dan op dat moment rond de 800 J/KG waardoor onweer goed mogelijk is. Bliksemactiviteit is dan vooral matig tot soms hoog. Effectieve schering ligt rond de 30 kts. Convectiemodus van deze buien goed georganiseerde multicels. Op het koufront zelf georganiseerd tot een clusterlijn. Randverschijnselen (shelfcloud/arcus) zijn dan mogelijk. De kans op hagel en plaatselijk wateroverlast is aanwezig.
In de loop van de avond trekken de (onweers)buien via het noordoosten weg.
Windstoten
Op het koufront en zeker waar het tot een clusterlijn vormt komen er windstoten voor tussen de 60 tot 90 km/uur.
