Heb jij je verlichting voor elkaar op je fiets, zorg dat je wordt gezien

Zorg dat je gezien wordt in het donker. Controleer je verlichting en ga veilig op pad.

Wettelijke regels
Voor fietsverlichting gelden in Nederland een beperkt aantal regels. We hebben ze voor je op een rijtje gezet.

Tussen zonsondergang en zonsopgang, en overdag wanneer het zicht ernstig belemmerd wordt, moet een fietser licht voeren. Wanneer overdag het zicht ernstig is belemmerd, is niet nader gespecificeerd.

Het voorlicht moet wit of geel zijn. Het achterlicht rood.
Het licht moet vast aan de fiets bevestigd zijn, of gedragen worden op borst (voorlicht) of rug (achterlicht).
Het licht mag niet knipperen.
Een driewieler met 2 wielen voor moet 2 symmetrisch bevestigde koplampen hebben.

De verlichting mag andere weggebruikers niet verblinden. Wanneer dat is, is niet nader gespecificeerd. De Duitse norm gaat uit van max. 2 lux op 10 meter. Heb je een koplamp die is bedoeld om zelf de weg te zien, dan moet je deze dus ook naar beneden richten, en mag je deze niet recht naar voren laten schijnen. Extra verlichting is niet toegestaan. Dus grappige ledjes in wielen of meer dan 1 koplamp op een tweewieler is illegaal.

De koplamp moet voortdurend zichtbaar zijn voor tegemoetkomende weggebruikers.
Het achterlicht moet voortdurend zichtbaar zijn voor van achteren naderende weggebruikers.

De verlichting hoeft alleen gevoerd te worden tijdens het rijden. Bij stilstand hoeft deze dus niet te schijnen (hoewel dat natuurlijk wel handig is, en goede dynamoverlichting standlicht heeft).

Fiets je ‘s nachts met een aanhanger dan moet die ook een achterlicht hebben. Die moet (uiteraard) links gemonteerd worden.

In Nederland zijn er geen eisen gesteld aan de hoeveelheid licht. Dus ook een batterijlampje dat nauwelijks schijnt, voldoet aan de regels.

ADVERTISEMENT

Pointnews wordt mede mogelijk gemaakt door:

Gerelateerde artikelen